Titus 1542 S
Titus werd op 18 maart 1959 geboren bij A. de Waal te
Neerijnen in Gelderland. Eerst werd hij Wolfram genoemd. Toen
hij ongeveer een half jaar oud was, verhuisde hij naar
Zuid-Holland. Hier kreeg hij de naam Titus. Met b+ voor
algemeen voorkomen werd hij in het stamboek opgenomen. Hierbij
werd hij omschreven als een sterke gesloten bok van goede
ontwikkeling en goed type. Bij latere inschrijving kon voor
algemeen voorkomen een ab gegeven worden. Bij de geitenfokkers
in Zuid-Holland is Titus goed bekend. Op vele tentoonstellingen
werd hij kampioen. Hierdoor werd zijn naam vaak genoemd in
verslagen van keuringen. |
De bok Titus 1542 S met zijn verzorger, de heer G. van Iperen te Leerdam.
De fokkerij van deze bok is goed (geweest).
|
Titus was een best ontwikkelde bok. Dit blijkt onder andere duidelijk uit de foto.
Op de provinciale keuring in 1963 werden alle dieren gewogen. Hierbij woog Titus niet minder dan 149 kg.
In 1966 werd Titus op de provinciale keuring in Gouda nog vlot kampioen. Helaas kon hij niet mee met de afgevaardigden van Zuid-Holland naar de nationale tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch op 22 september 1967.
Afstamming Titus werd geboren in Gelderland. Zijn vader Simson is evenals Wiarda 3 een zoon van de Zuid-Hollandse bok Ridder 3. Hij was met b+ voor algemeen voorkomen opgenomen in het stamboek.
De moeder is Ojo. Deze geit produceerde op een leeftijd van drie jaar 1047 kg melk met 5.53% vet in 294 dagen. Ze was met b+ voor algemeen voorkomen in het keurstamboek opgenomen.
De afstammelingen
Via zijn zoons heeft Titus weinig bekendheid gekregen.
Van Abe 1636 S en Bastiaan 1652 S, die beide een b+ hebben voor algemeen voorkomen, zijn respectievelijk negen en zeven nakomelingen ingeschreven.
|
|
|
|
De
geitenfokvereniging Leidschendam en omstreken toont u
de bok Abe 1636 S met verzorger A.A.
Bolleboom uit Leidschendam.
Deze bok uit de bekende
Titusstam, die met grootte en gewicht zeker niet voor
vader Titus onder doet, heeft in 1965 op de Wester V
te Delft het kampioenschap voor bokken op zijn naam
gebracht.
Voor de geitehouders van de
afdeling Leidschendam en Omstreken thans de zorg om de
nakomelingen van de bok Abe goed op te kweken.
Op 23 juli 1966 zal op het
gemeentelijke sportpark te Nootdorp weer een
tentoonstelling van geiten gehouden worden, waar u dan
zeker nakomelingen van de bok Abe aan zult treffen.
Binnenkort vertrekt deze
bok Abe, waarvan de Provinciale Bond van Geitenhouders
in Zuid-Holland eigenaresse is, naar de afdeling
Strijen om ook daar weer van een goed nageslacht
verzekerd te zijn.
|
|
|
De fokkerij in de vrouwelijke lijn heeft meer betekenis gekregen. Er werden niet minder dan 47 dochters in het stamboek opgenomen. Hiervan werden er weer zeven KS-geit.
In het volgende overzicht is de waardering vermeld van de ingeschreven dieren bij de opname in het stamboek. Behalve het algemeen voorkomen is er ook een samenvatting gemaakt van het beenwerk en de melktekens.
Tevens is er een vergelijking gemaakt tussen 36 dochters met hun moeders.
|
47 dochters
van Titus |
36 dochters
van Titus |
De moeders
van 36 dochters van Titus |
Beoordeling |
Algemeen voorkomen: |
1 met ab |
1 met ab |
1 met ab |
gelijk |
17 met b+ |
14 met b+ |
13 met b+ |
gunstig |
27 met b |
20
met b |
18 met b |
gunstig |
2 met b- |
1 met b- |
4 met b- |
gunstig |
Benen: |
5 met b+ |
4 met b+ |
4 met b+ |
gelijk |
23 met
b |
19 met
b |
24 met
b |
ongunstig |
18 met b- |
12 met b- |
8 met b- |
ongunstig |
1 met bc |
1 met bc |
0 met bc |
ongunstig |
Uier: |
1 met ab |
1 met ab |
4 met ab |
ongunstig |
19 met b+ |
13 met b+ |
13 met b+ |
gelijk |
22 met b |
20 met b |
15 met b |
gunstig |
5 met b- |
2 met b- |
4 met b- |
gunstig |
|
Uit deze gegevens blijkt dat de waardering voor het algemeen voorkomen bij de dochters gunstiger uitkomt. In vergelijking met de moeders werden er drie dochters minder opgenomen met b-. Hiervoor werd twee keer een b en een keer een b+ gegeven.
De beoordeling voor de benen komt bij de dochters ongunstiger uit. In vergelijking met de moeders waren er vijf dochters minder opgenomen met b voor de benen. Hiervoor werd vier keer een b- en een keer bc toegekend.
Bij de uiers was het geheel wat wisselend. Er waren in vergelijking met de moeders vijf dochters meer met de waardeletter b. Hiervoor waren er drie minder met ab en twee minder met b-.
Produktievererving
Van een aantal dochters van Titus zijn melklijsten verkregen. De resultaten hiervan kunnen als volgt worden samengevat:
|
leeftijd: |
aantal lijsten: |
kg melk: |
% vet: |
dagen: |
kg/dag: |
1 jaar |
7 |
710 |
4.35 |
289 |
2.47 |
2 jaar |
7 |
785 |
4.24 |
277 |
2.84 |
3 jaar |
4 |
1011 |
4.47 |
301 |
3.36 |
4 jaar |
2 |
1098 |
4.39 |
302 |
3.63 |
|
Uit dit overzicht blijkt dat voor zover bekend is de dochters van Titus een goede melkproduktie hebben. Het vetgehalte van deze dochters is best.
Tentoonstellingen
Op de tentoonstellingen kwam Titus altijd goed voor de dag. Hetzelfde kon ook vaak van zijn dochters worden vermeld. Zowel het aantal inzendingen als de bekroningen kwamen gunstig uit.
Op de provinciale tentoonstelling in Gouda in 1966 waren er van de 144 inzendingen 16 nakomelingen van Titus. Hiervan kregen er negen een eerste prijs.
Van de 194 inzendingen Witte geiten op de Nationale Tentoonstelling in 1967 waren er acht dochters bij van Titus. Deze behaalden vijf eerste en drie tweede prijzen. Tevens werd er op deze keuring nog een groep van Titus opgesteld die een eerste prijs kreeg.
Besluit
Uit de gegevens blijkt dat Titus in Zuid-Holland een belangrijke invloed heeft uitgeoefend op de geitenfokkerij. Er zijn een groot aantal dochters van hem opgenomen in het stamboek.
De produktie van de dochters en de behaalde resultaten op de tentoonstellingen bevestigen de gedachte dat de fokkers in Titus een goede troef hadden.
|
G. Looijen De Geitehouder, februari 1969
|